Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Iggy

J belde me op: ‘Ik heb een kaartje voor je bemachtigd. Je moet het een keer meemaken.’

Dus stond ik daar ineens bij Tivoli Vredenburg, te wachten op J. En me te verbazen – te ergeren ook wel – over de enorme stroom oude witte mannen die aan me voorbij trok. Als je me had verteld dat ik was beland op een reünie van een of ander lief zusterclubje van de Hells Angels had ik het ook geloofd.

Lust

In de zaal werd er druk geduwd en gesnauwd. Twee uur lang lieten ze ons wachten, ik dacht nog: ‘Dit komt niet meer goed, dit publiek loopt straks en masse boos weg.’
Maar toen kwam hij.
Ach Iggy. Hij sleepte met zijn gehandicapte been, was klein en rimpelig, maar zijn stem blies ons allemaal omver. Hij gooide een geluidsbox om, liet zijn oude billen zien, stopte de microfoon als een fallus in de band van zijn broek en stoof als een duveltje uit een doosje over het podium. Gedragen door een geweldige, keihard spelende, band van topmuzikanten. En het publiek werd helemaal gek, vooral in de moshpit. Mensen wilden hem ook steeds aanraken, strekten hun armen uit naar het podium, naar dat kwikzilverige lichaam. Op een gegeven moment was er ergens een leuk meisje heel dichtbij, ze zat op iemands schouders. Iggy zag haar, deed iets viezigs met zijn tong en greep haar hand. Het volgende moment sleurden ze elkaar mee en verdween Iggy in het publiek in een soort halve stagedive. Waarop razendsnel sterke roadies hem weer het podium op tilden. Zo zal hij doodgaan, denk ik: op een dag valt hij gewoon om, middenin Lust for Life.

De laatste levende legende van de punk, Iggy Pop live on stage. Nu heb ik het meegemaakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *