Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zilver

Het meest mis ik haar handen.

De altijd warme handen op mijn voorhoofd als ik koorts had. Sterke, praktische handen die zo goed een bed recht konden trekken, deeg kneden, bloemen schikken. Eindeloos brieven en briefjes schrijven.

Mooie grote ringen

Haar handen bleef ik vasthouden, ook in de jaren dat haar woorden langzaam aan kracht verloren. Dat gold niet voor die warme handen met de mooie grote ringen. Die handen waren het allerlaatste contact met haar. Ik hield ze vast tot ze tenslotte, sneller dan ik kon bevatten, koud werden.
Ik zie haar handen in de mijne. Geen meisjeshanden meer, hoe wulps ik mijn nagels ook lak. Ook ik heb nu moederhanden waar je de aders ziet lopen en het vel een beetje losser. Ook mijn handen kneden deeg, schrijven, helen. Ik versier ze elke morgen met de grote bloemenarmband die zij tot het laatst droeg. Aan de andere arm doe ik, ook elke morgen, de Indonesische armband van de schoonmoeder, een erfstuk Naast de twee smalle slangenarmbanden die ik ooit van mijn echtgenoot kreeg na een van zijn reizen. Mijn vingers behang ik met de ring met de robijn die ik kocht na het sterven van mijn oom, als erfenis. Daarnaast de ring met de maansteen, aandenken aan de twee moeders, en de troostring die ik nog niet zo lang geleden kocht voor mezelf. Tot slot de ring die ik van mijn liefje kreeg en waarin ik in de edelstenen alledrie de ogen van mijn dochters zie, waar ter wereld ze ook zijn. Elke ochtend als ik al dat zilver omhang voel ik mijn beide handen heel zwaar worden.

Dat is goed. Liefde is zwaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *