Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 91: aan de toren

Eind deze maand is het drie jaar geleden dat ik ging eten met een oude bekende. 

Ik zat middenin een scheiding, had net een huis aan de Haarlemmerstraat gevonden en werkte ook nog fulltime in de herberg. Elke afleiding greep ik met beide handen aan. 

Jordaan

Net terug in Nederland na elf jaar buitenland gebeurde dit wel vaker: oude bekenden die wilden bijpraten. ‘Zeg jij maar waar – maar niet in Noord,’  zei ik tegen de man in kwestie, ik was zelf te moe om iets te verzinnen. Wat zeg ik, ik was uitgeput.
Vlak voor ik op mijn fiets sprong was ik even in verwarring: dit was toch geen date? Dat was wel het laatste waar ik zin in had. Gelukkig gold dat precies zo voor de oude bekende. En misschien wel daardoor raakten we in een lang en geanimeerd  gesprek dat doorging tot het terras sloot – en daarna nog tot het restaurant binnen sloot.
Een stuk lichter stapten we naar buiten. Het was in de Jordaan en toen gebeurde er iets dat nogal veel consequenties zou hebben. Volle maan boven de Westerkerk. Als betoverd bleven we staan, met onze fietsen. Voor mij was dat moment een sublimatie van alles wat ik al die jaren zo gemist had: de volle maan boven de oude Wester.  Ik keek naar de oude bekende die geboren en getogen Amsterdammer was en iets verschrikkelijk liefs had.
En toen kantelde er iets, ergens. 

Drie jaar later is het inmiddels. Ik geloof niet meer in sprookjes en dat vind ik af en toe vreselijk jammer. Wel geloof ik nog steeds in de opwaartse kracht van het leven – en vooral van mezelf.
En J en ik zijn nog steeds niet uitgepraat. Dit weekend beklommen we samen de toren van de Westerkerk en dat was opvallend leuk. Samen in de storm, hoog boven de stad. Daarna gingen we een harinkje eten, lekker uit de wind. 

 

 

Één reactie op “Ode 91: aan de toren”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *