Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 92, aan de luxekatjes

Onze liefste poes begon heel hard te grommen toen ze bij de dierenarts binnenkwam en ik onderdrukte de neiging om als een irritante moeder te zeggen: ‘Dat doet ze anders nooit.’

‘Ik denk dat ik de assistente erbij ga halen,’ besloot de dierenarts.

Handschoenen

De assistente kwam binnen, keek naar de liefste poes die inmiddels ook heel hard aan het blazen was, en zei: ‘Ik ga handschoenen aandoen, ik vertrouw haar niet.’ En ik onderdrukte de neiging om te zeggen: ‘Maar ze is juist altijd rustig, heel anders dan de neurotische.’ Die zich dan weer atypisch heel ontspannen gedroeg, maar dat terzijde.
De handschoenen van de assistente waren dik als bouwhandschoenen en strekten zich uit tot haar oksels. Ik maakte er een grapje over dat niet helemaal aansloeg. Want toen was het grote gevecht al begonnen waarbij de liefste kat vier keer opnieuw geprikt moest worden, zij de assistente en ook de dierenarts aanviel, de dierenarts in deze chaos zichzelf in plaats van de poes injecteerde met het vaccin tegen niesziekte en ik uiteindelijk samen met de neurotische kat de behandelkamer uitgezet werd. Vanuit de gang hoorden we het gevecht doorgaan en de neurotische  keek daarbij bepaald schijnheilig.
Ik mocht ze niet meer samen in het mandje van de dierenarts dus dat werd heen en weer fietsen door de regen. Met ook nog het klemmende advies een elektronisch etensbakje aan te schaffen waardoor de katten gefaseerd zouden gaan eten, ieder aangestuurd door hun eigen chip omdat de lieve nu vaak het eten van de neurotische opat, ik moest ook duurder want beter dierenwinkeleten aan ze gaan geven. Daarna rekende ik honderdzoveel euro af. 

En ik dacht met zachte weemoed  terug aan de twintig zwerfkatten in Spanje die nooit naar de dierenarts gingen en gewoon vochten om hun goedkope brokjes. Die liefste van ons zou het daar prima hebben gered. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *