Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Geestesoog

Ik zat met vrienden op het buurtterras aan de Ceintuurbaan. Ik zag de hele tijd bijna-ongelukken gebeuren. Ook reden er voortdurend ambulances voorbij.

Dat had ik al een paar dagen en ik wilde steeds tegen mijn dochters zegen: pas toch op in dat hysterische verkeer.

Paddentrek

Die avond zag ik ze gelukkig want ze namen me, nog voor mijn verjaardag, mee naar een hip veganistisch restaurant op een afgelegen plek, met lange tafels en een lief concept. We konden niet bedenken dat dat ooit eerder was gebeurd: wij met zijn vieren uit eten. Ik zeg eigenlijk altijd: ik kook wel iets gezelligs, uit eten is zo duur. Dus ik zat onwijs te genieten. Bijna op een bibberige manier: hoe kan ik zoveel geluk hebben? En ja, ik zei: pas op met het verkeer lieve dochters. De middelste vertelde dat ze laatst in een park een man had aangereden omdat ze zo gefocust was op de paddentrek recht voor zich op de weg, bang om een kikker te overrijden. Dat heb je met biologen.
Mijn eigen fietstocht terug naar huis was lang koud en donker maar toch kort warm en licht. En toen keek ik op mijn telefoon en was er het bericht dat mijn vader was aangereden in de Utrechtsestraat en in het AMC lag. Alleen ter observatie, het viel mee.

Maar toch droomde ik dat ik doodging. En ik dacht, in mijn droom: als je maar heel hard ‘ik hou van je’ zegt, is het minder eng.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *