Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De Pippi rekening

Twintig jaar geleden was Astrid Lindgren een jaar dood. Mijn zus en ik besloten haar te eren. En zo is het begonnen. 

We reisden naar Smaland, mijn zus en ik, de geboortegrond van Astrid. Daar zagen we het huis dat model stond voor Villa Kakelbont, het timmerschuurtje van Emiel, de drie huisjes van Bolderburen; en ook het Tegnerpark in Stockholm waar Mio de gouden appel vond.  En nog veel meer Astrid ontdekten we, heel Zweden was ervan doordrenkt. Ondertussen lazen we alle boeken van Astrid, die mee waren in de koffer. 

Fairytale house

Eenmaal thuis schreef ik een hommage in de krant en waren mijn zus en ik closer dan ooit. En blut. Zo ontstond onze Pippi-rekening. Elke maand, nu dus al twintig jaar, maken we beiden tien euro over. Soms denken we er tijden niet aan. En dan ineens… maken we van dat geld samen weer zo’n magisch reisje. We waren recent nog in een spookslot (doodeng!), in een Pipowagen (heel goed voor je innerlijke Mamaloe) en nu, vandaag, in een huisje dat zichzelf fairytale house noemt, middenin het bos. Het is een gek en bont huisje, met overal verwijzingen naar verhalen. Bambiherten, betoverde kikkers en Alice in Wonderland. En heel veel 1001 nacht. Middenin het huis is een kleine waterval met vissen en daar zitten mijn zus en ik lang te praten, bijvoorbeeld over dat het leven niet altijd een sprookje is. Twintig jaar geleden dacht ik nog van wel.
En als we eindelijk even uitgepraat zijn, pakken we er allebei een kinderboek bij – dat is gelukkig niet veranderd.

Een duif koert in de bomen, tientallen zangvogels zingen in het groen en het blijft nog heel lang licht. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *