Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Flarden

Mijn twee oude wijze petemoeien kwamen los van elkaar aangevlogen, ze hadden zichzelf uitgenodigd. 

Het waren de oude kunstenares en de oude schrijfster – beiden ruim de zeventig gepasseerd- die op verschillende momenten en manieren een rol spelen in mijn leven. 

Vol

De oude.schrijfster zei: ‘Natuurlijk kun je nu niet schrijven, je hoofd zit veel te vol.’ Dat wilde ik eigenlijk niet horen. Toen kwam de oude kunstenares. Ze nam me mee en stopte me vol met appeltaart en koffie en terwijl ik schranste alsof ik eigenlijk hevig op dieet was, keek ze peinzend naar me en zei:: ’Jij kunt echt fantastisch schrijven, ik draag de teksten die je voor mij schreef nog altijd met me mee.’ Dat klonk al beter. De kunstenares voegde eraan toe: ‘Vijftig is zo jong, je hebt nog zoveel tijd. En alles wat je wilt kan nog gebeuren.’
Dat beaamde ook de oude schrijfster. ‘Neem je tijd,’ zei ze, en ook: ‘Schrijven verleer je nooit.’ We dronken er samen een fles wijn op.
En ja, het is nog steeds Kinderboekenweek. Er was een vergeten dorpsschooltje tussen de maisvelden en een juf uit verhalen die zelf verhalen met haar klas schreef. Hoezo tijdgebrek, hoezo curriculum? De kinderen in haar klas schreeuwden allemaal dat ze barstten van de fantasie en er was een jongen die vroeg: ‘Hoe voelt dat als je een boek schrijft?’
‘Soms heel stom,’ zei ik, ‘maar soms…’ En ik herinnerde het me, heel goed zelfs. 

Ook stuurde Iemand me deze foto. De kinderen hadden vanwege de Kinderboekenweek hun lievelingsboek mee naar school mogen nemen – en kijk nou toch.
Nee, het was geen slechte week. 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *