Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Anna’s Anna

In het huisje naast ons zitten 12 mannen. Aan de andere kant: 8 mannen. Veel blote ietwat vlezige bovenlichamen en kratten vol goedkoop bier zie ik voorbijkomen.

Af en toe komen de mannen iets bij me lenen. Een vuilniszak. Of een blokje voor de vaatwasser.  ‘Wil je aan je moeder vragen…’ hoor ik ze zeggen tegen willekeurig welk meisje er bij de deur staat.
Ik ben ieders moeder.

Helemaal alleen

Dus regel ik picknicks en bak taart van door de meiden geplukte bramen, we doen zelfs een heuse huifkartocht, het kleine huis op de prairie is er niks bij.
Hoe makkelijk zou ik in deze rol kunnen blijven hangen. Het alterego van de Italiaanse mama met haar pannen vol eten en warme gesprekken is veilig en fijn. Hoewel, bedacht ik gisteren tijdens een onverwachte solowandeling op het strand, ik verlang er er ook wel weer naar om iemands schatje te zijn in plaats van alleen maar die mama. Of anders wel de stoere Anna van de boeken – dat komt er nu in rap tempo aan!
Nog weer een paar honderd meter verder – het strand is hier echt enorm – kreeg ik het inzicht: niet de kinderen hun Anna, niet Anna van de boeken, niet mijn exechtgenoot zijn Anna en nee, ook niet J’s Anna. Ik ben Anna’s Anna.
Van pure zelfliefde deed ik een dansje, huppeldehuppel over het wijde strand (ik keek eerst wel even goed om me heen, maar ja, ik was echt helemaal alleen).

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *