Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Nieuwe vrienden

Ik zat op de fiets in alle vroegte, het was nog donker. Ineens dacht ik: shit, telefoon vergeten. Het was te laat om terug te gaan, ik zou de hele dag onbereikbaar zijn. De onrust die me ter plekke overviel stond niet in verhouding tot de gebeurtenis. Goed, ik ben het dus: telefoonverslaafd.

Ik zou de hele dag in Leeuwarden verschillende klassen ontvangen in een museum, het was een krap schema. Ik probeerde mezelf te sussen: als de trein gewoon zou rijden, was er niks aan de hand.

Seinstoring

‘Beste reizigers, vanwege een seinstoring rijden wij niet verder dan Wolvega.’ Daar had je het al. Er kwam een vervangende bus. En uiteindelijk was ik helemaal gestrand in Akkrum: een schattig Fries stationnetje in de bleke winterzon.
Tegen die tijd had ik toch maar mooi (vanuit de bus) het stadion van SC Heerenveen gezien. En was ik met zoveel mensen vrienden geworden. Om op hun reis-apps te kijken, met hun telefoon de organisatie in het museum te bellen. En uiteindelijk om iemands Uber te hacken – ja, er rijden Ubers in Akkrum. ‘Wie wil er mee in de taxi naar Leeuwarden?’ gilde ik over het perron vol gelaten reizigers, drie mensen meldden zich. Ik betaalde contant, wat helemaal paste bij de niet-contactloze dag, en de medereizigers noteerden mijn nummer, zodat ik ze later een Tikkie voor de rit kon sturen Dus zo zat ik ineens in een busje met een aantrekkelijke oudere dame die op weg was naar Vlieland, een jongen uit Leiden die bij de ING werkte en wiens vader leraar Nederlands was, en een man die iets gewichtigs deed in Leeuwarden ‘maar vandaag is het voldoende te weten dat ik net terugkom uit Nepal.’ (zo noemde hij zichzelf ook in het SMS-je dat ik later zou vinden: de Nepalman). De knappe dame was ook al net terug uit Nepal dus dat schepte een enorme band. Ondertussen vertelde de taxichauffeur mij zijn levensverhaal voor het boek dat iemand zou moeten schrijven en waarvan hij de titel al had, iets als ’De ontwikkelingen’. Het kwam erop neer dat hij bijna een jaar onterecht in de gevangenis had gezeten, de tranen stonden in zijn ogen.
Ze zwaaiden me allemaal uit toen ik met gierende banden voor het museum stopte, waar iemand van de organisatie al klaar stond en met mij mee naar boven rende, iets van zeven trappen op.

Op de terugweg had ik natuurlijk nog steeds geen telefoon en ik maakte de hele reis samen met een verrassend onderhoudende collega die ik in Leeuwarden had ontmoet. We gingen expres niet in de stiltecoupé zitten. Deze trein reed dan plotsklaps weer niet verder dan Bijlmer Arena terwijl ik naar Zuid moest en hij naar Den Haag, maar we bleven manmoedig samen tot het eind van deze lange, wonderbaarlijke dag.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *