Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Bij Lemniscaat thuis

Dit is de hal van de uitgeverij.

Het is een statige villa in een chique buurt van Rotterdam en altijd als ik erheen loop vanaf de metro, loop ik een beetje te huppelen.

Kakelen

De uitgeverij is mijn andere huis, mijn boeken wonen daar ook letterlijk: ik zie ze allemaal op de planken staan, ook die ene die eigenlijk op is. En hier zijn alle mensen die mijn boeken vleugels geven, van de verkopers tot de redacteuren.
Vandaag ben ik bij de vormgever om te praten over hoe mijn nieuwe boek eruit moet zien. Daar zijn wilde ideeën over, maar nu moet het nog gaan werken. Marc luistert intensief naar wat ik vertel over het verhaal en tovert meteen allerlei beeld tevoorschijn. Ik herken dit, een idee krijgt bij mij ook pas vorm als ik er geschreven woorden aan geef. Ondertussen hekelt Marc ook nog even de titel die de uitgever en ik met veel pijn en moeite bedacht hadden. Maar dat is prima, zei ik al dat zo’n nieuw boek door heel veel handen wordt opgetild?
Lunch op de uitgeverij is ook altijd een gebeurtenis, ik hoor mezelf opgewonden kakelen en de auteur uithangen, maar hier mag het. ‘Mag ik het ook lezen?’ vraagt Hindele van de publiciteit en later gaan we ook nog wijn drinken om de hoek.

Want ja, er komt dus een fonkelnieuw boek dit najaar. Twee jaar na Jona, het rijmt met vorige boeken maar dat zie ik waarschijnlijk alleen zelf. En dat blije went nooit, dus hoera voor het boek zonder titel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *