Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Geef me de G

In de cartoon (van Phil van Tongeren) sta ik in de letterwinkel.

Een beetje creepy winkelbediende probeert mij te lokken, op een of andere manier heb ik de G in mijn hand. Van Geweldig? Gevaar? Grap?

In mijn manuscript voor het nieuwe boek is het eerste G-woord dat ik heb geschreven: Grote, van grote zus. En vlak daarna God. Ik staar ernaar, het is precies een maand geleden dat ik het inleverde bij de uitgever.

Andermans verhalen

In die maand bezocht ik 10 scholen, door het hele land. Gaf ik 13 keer schrijfles aan volwassenen, van gemiddeld een uur of drie per keer. En zag ik ook nog 5 mensen met wie ik individuele schrijfbegeleiding doe. Mijn hoofd zit vol met andermans verhalen. Vanmorgen werd ik er zelfs mee wakker: met een goed idee over hoe iemand anders haar verhaal beter zou kunnen beginnen, ineens wist ik wat haar valkuil was.
Ik heb dus in het letterwinkeltje heel veel letters voor anderen verzameld. En vervolgens cadeau gedaan, doe ermee wat je wilt.
Maar maandag zie ik eindelijk mijn uitgever Jesse, voordat ik alweer naar de volgende les ga, om over het manuscript te praten. Het voelt als een date met iemand die lang op reis is geweest. Tintelend, koortsig. Maar dat heeft natuurlijk niet zoveel met de afspraak zelf te maken (sorry Jesse).

Ik sla alvast wat letters in!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *