Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Woorden geven

‘Bent u, Anna van Praag?’

De jonge man dook ineens op achter me, terwijl ik mijn fiets stond los te wrikken in het holst van de nacht.

Minder treinen en meer mensen

Het was zo’n dag. Van net iets te vroeg op. Van lesgeven in Utrecht, rustige trein heen, hysterisch drukke trein terug. Te weinig treinen ook want geen personeel. Mannen in lange zwarte verkleedjurken. Groepen voetbalsupporters zonder dat er voetbal is. Aankomende bruiden in griezelig korte rokjes. Dat je het steeds net niet begrijpt allemaal.
‘s Avonds weer op pad en weer minder treinen en meer mensen. Het is middernacht als ik eindelijk terug ben op Amsterdam Centraal. Moe, warm. En dan is daar die gast, hij blijft me maar aankijken. Pas als hij zijn naam zegt, herinner ik me een klein jochie in de kleuterklas van de dochter. Er was iets… iets verdrietigs… iets met  noodgedwongen naar een andere school. Ik weet het allemaal niet meer zo goed, wel dat zijn moeder het er zwaar mee had, dat ze me daar deelgenoot van maakte.
Ik schreef toen nog geen blogjes, maar het raakte me. Ik heb er toen een soort verhaal van gemaakt. En volgens mij deelde die jongen dat tekstje uit op school bij het weggaan. Dat maakte het iets zachter allemaal, geloof ik.

En nu staat daar ineens deze stoere volwassen man – hij is pizzabakker, vertelt hij – en hij houdt maar niet op met naar me te kijken. In zijn ogen lees ik wat hij niet zegt.

3 reacties op “Woorden geven”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *