Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Hersengymnastiek

Verscholen in het bos lang een enorme villa aan een vijver.

Ik zette mijn ov-fietsje neer, stiftte mijn lippen en trok mijn nette jasje recht. Stapte naar binnen, schudde handen, maakte kennis met de nieuwe redactiechef.

Overal thuis

Vannacht droomde ik dat ik mijn naam ergens onder moest zetten. Eerst gaven ze me een pen die te iel schreef, daarna een kwast die te dik was, tenslotte pakte ik mijn eigen pen uit mijn tas en zette ferm mijn naam onder de lap tekst.
Met schrijven je geld verdienen, als zzp-er. ‘Je krijgt het toch maar weer voor elkaar,’ zei mijn oudste dochter, die zelf ook als zzp-er aan de weg timmert. Of ik nou lunch met de daklozen, zoom met de kunstmensen of over zo’n fancy redactie dwaal, mijn woorden voelen zich overal thuis. Vooral natuurlijk gewoon tweehoog in de Pijp achter de computer, ik zit deze dagen vaak zo vroeg al te schrijven dat ik het bijna nog nacht lijkt. Mijn eigen boek veilig bij de uitgever, stiekem ook al weer nieuwe verhalen borrelend aan de randen van mijn brein. Maar die mogen nog niet vrij, deze zomer schrijf ik voor anderen. Is de pijn van corona dan eindelijk voorbij? Het lijkt erop. Maar het fijnste is dat de woorden mij focus geven, houvast. Constante hersengymnastiek omdat ik anders de draad krijt zou raken. Schrijven is mijn manier om niet door te draaien.

Dat klinkt dramatisch en dat zou het ook zijn – als ik het niet op kon schrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *