Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Bevangen

Met mijn liefje in Granada, nog voor zijn verjaardag.

Toverachtig Granada, met je kronkelstraatjes en je bergen.

Alhambra

Met je verlammende hitte en je muziek op elke straathoek. Met je moorse invloeden overal, met je Alhambra. Na jarenlang in de buurt gewoond te hebben van deze mega toeristenattractie, was ik een beetje blasé geworden, nu kijk ik met de ogen van J. ‘Weet je wat het Stendhal syndroom is?’ zegt hij. Dat je verliefd wordt op je ontvoerder, dacht ik, maar dat is iets anders. Totaal bevangen door de schoonheid van kunst, dat bedoelt hij. Ik ben ook bevangen. Bevangen door het Alhambra, door ‘het lekkerste koudste biertje ooit’ (volgens J), door de flamencodansers op straat. ‘Wist je dat ‘Olé’ komt van ‘Allah’? Dat wist J dan weer niet: dat de olé-roepers bedoelden dat de bezieling van dansers en muzikanten wel haast goddelijk ingegeven moest zijn.
Er zijn ook processies in de stad want het is ‘el corpus’, en iedereen is op zijn of haar communiebest. We laten ons meevoeren, af en toe even terug in het mooie Moorse hotelletje, met vanuit bed zicht op -weer- dat Alhambra.

Nog even een gegrild visje op het strand bij Nerja, een duik in de Middellandse Zee. En dan zitten we alweer in de Transavia-vlucht terug naar Amsterdam. In mijn vorige leven huilde ik altijd een beetje als ik deze vlucht nam vanuit Amsterdam na een weekje bijtanken – wat eigenlijk nooit genoeg was. Nu huil ik de andere kant op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *