Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

A village to raise a child

Toen mijn moeder doodging.

Toen was ik ineens heel blij met de andere wijze oudere vrouwen in mijn leven. En met mijn dochters. Waarop mijn zus – twee geweldige zonen – ineens ook een dochter miste en mijn middelste dochter ter plekke graag haar petekind wilde zijn.

Goeie petemoeien

Waardoor ik ineens dacht: ik wil er méér! Meer goeie petemoeien voor mijn dochters. Sterke, lieve, wijze, bijzondere vrouwen die mij en hen goed kennen. Voor dat o zo fijne gevoel dat je er niet alleen voor staat en onderdeel uitmaakt van een fijnmazig netwerk van vrouwelijke kracht en richting.
De petemoeien voor de andere twee dochters waren zo gevonden, die bestonden eigenlijk al – al hadden we dat nooit officieel zo genoemd. En omdat ik nou eenmaal dol ben op rituelen, organiseerde ik als aftrap een peettante picknick. En heel project omdat van die zes vrouwen niemand een rustige of gewone agenda heeft.
Maar gisteren was het zover. Te koud voor een buitenpicknick,  maar ik maakte een tafel vol Griekse hapjes. We toostten met retsina. Daar zaten ze: zes leuke vrouwen waar ik nooit genoeg van krijg. Ik wilde de deuren op slot doen, de tijd stilzetten, dat ze allemaal bleven eten en slapen en eigenlijk gewoon allemaal bij me bleven wonen.

Maar toen moesten er drie aan het werk, en de rest had andere afspraken – zo gaat dat met leuke, interessante vrouwen. En ik voelde me de laatst overgebleven fee die snel nog even een wens deed: dat ze nooit, dat zij nooit, dat we altijd…. Maar dat moet je niet hardop zeggen natuurlijk, zo is dat met wensen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *