Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dat gouden moment

Waar is toch het voorlezen gebleven?

Dat verstilde einde van de dag, hoe dan ook, waar dan ook. Op reis zonder elektriciteit. In auto’s, vliegtuigen, treinen, zoveel bedden.

Kaarsje, lichten uit

Ik was als moeder van jonge kinderen de hele dag mijn best aan het doen. De dagen duurden me lang, ik werd er meer moe van dan van een drukke kantoorbaan. Maar dat staartje, dat voorlezen… dat was het moment dat ik samenviel met mijn kinderen, dat we samen ergens in konden verdwijnen, in wat voor verhaal dan ook – want ik heb (zeker op reis) de gekste dingen voorgelezen.
En lang! Tot ver na de basisschool bleef ik voorlezen, in Spanje en ook nog daarna op de Haarlemmerstraat. Totdat het over was. Ineens. Middenin een boek. Genoeg voorgelezen, het hoefde niet meer voor mijn jongste. Natuurlijk drong ik niet aan, de kracht van voorlezen is juist dat het iets gezamenlijks is, en dochter en ik hadden heus genoeg andere dingen samen. En ze werd dus groter. En groter. ‘Mam, ik ga slapen.’ Zelfs een nachtkus hoeft niet meer.
Een van de redenen waarom ik schoolschrijver ben, misschien wel de belangrijkste, is dat voorlezen. Elk lesuur van elke schooldag eindigt steevast met een kaarsje, lichten uit en een goed boek. Voor de duizendste keer De gebroeders Leeuwenhart maar ook Lampje, Alleen op de wereld, Sjakie. Ook dan is er chemie, iets van tover in de lucht.

Soms denk ik: zal ik J gaan voorlezen? Ik geloof niet dat hij daar wild enthousiast van wordt, al zou hij het misschien voor mij wel proberen als ik het vroeg. En ach, je eigen kindje voorlezen, vlak voor het slapengaan, dat -zoals mijn moeder zou zeggen – gouden moment van de dag… daar gaat toch niks boven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *