Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Een huisje aan zee

Dwars door alle rouw en chaos heen tekende J een koopcontract.

Een piepklein turquoise huisje in Vlissingen, om de hoek bij de boulevard. Het is voor hem een pied a terre omdat hij vaak in Vlissingen moet zijn als festivaldirecteur. 

Zeemeerminnenspiegel

‘Het is ook jouw huisje,’ zei J meteen. En laat ik nou net allemaal prachtige spullen over hebben van die twee huizen die ineens allebei leeg moeten. De blauwe bank en de zeemeerminnenspiegel van mijn moeder, de robuuste eettafel en de mooie beelden van mijn oom, en van beide huizen allerhande pannen, bordjes, een linnekast. Zelfs het enorme schilderij van de accordeonist van boven mijn moeders bed vindt J ineens ‘prachtig.’
Waardoor dat kleine huisje aan zee ook een monument wordt voor de liefde. Godzijdank had mijn moeder echt smaak en mijn oom ook, anders zou het creepy zijn. Die spiegel wil ik bijvoorbeeld al jaren dolgraag van haar overnemen en die bank eigenlijk ook.
Wat zou ze de plek ook geweldig vinden, nog in de laatste week zei ze: ‘Zullen we nog weer eens een weekend naar Vlissingen gaan?’
Een huisje aan zee. Mylou zong erover bij het afscheid van mijn moeder, ik zing het zelf op de fiets door de stad. Zo moe en zo murw van het sjouwen met vuilniszakken en verhuisdozen.
Maar dit is er ook: ik heb een liefje met een huisje aan zee. 

En als straks alle stof is neergedwarreld, dan ga ik daar heel zachtjes zitten, in dat huisje, op de blauwe bank van mijn moeder, en dan loop ik af en toe even naar de zee en ik kijk naar de lucht en naar de maan.
En dan weer terug naar dat huisje, dat huisje aan zee. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *