Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode (30) aan het missen

Ik geloof niet dat andere mensen daar zo last van hebben maar ik ben echt heel goed in missen.

En dan bedoel ik niet het missen van mensen die nooit meer terugkomen, maar juist van de mensen die heel dichtbij je zijn.

Alleen met een kaarsje

De dochter die op reis is, als ik ineens een verdwaald kledingstuk van haar in de was vind. De jongste dochter, elke vrijdag als ik haar weg zie fietsen en weet dat ik haar maandag na school pas weer zie. De vriend die erg goed is in suffe selfies sturen – vooral als hij er lijfelijk niet is.
Juist al die foto’s op Internet kunnen enorm confronterend zijn. Wel op een goede manier: je voelt hoe dol je op ze bent, op missen volgt heel vaak verheugen. Je weet ook dat het goed is voor jezelf om af en toe alleen te zijn, heel goed zelfs. Die kinderen zitten echt niet te wachten op een moeder die er altijd is, die liefde is leuker als je het verlangen weer goed hebt gevoeld. Dat is het zoete van missen, het zachte. Dat je een beetje dapper in je eentje zit met een bordje eten en een kaarsje, helemaal voor jezelf alleen aangestoken.

Mijn moeder, in mijn herinnering, was er altijd. Maar als ze er dan toch ineens niet was, dan lagen er altijd briefjes en anders wel dienbladen met eten en daarop briefjes. Zelfs briefjes in mijn broodtrommeltje naar school.
Zonder erover na te denken heb ik dat van haar overgenomen. Het is een soort troost, snap ik nu. Niet per se voor het kind, wel voor je eigen hart. Zo ben je er toch een beetje bij.

Want ook al is missen zoet en nodig, het is wel degelijk een pijn.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *