Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De ratten van de lucht

Wakker worden met een koerende duif, het kan gewoon in de Haarlemmerstraat.

En dat die duif dan op je binnenplaatsje komt zitten, als een of andere boodschapper.

Mijn lieve duiven van Amsterdam

Dat Kruimel Leeuwenhart niet alleen was, dat vertelde hem de witte duif in het raamkozijn. Mijn duif zegt dat ook, dat ik niet bang moet zijn om alleen in huis te zijn, ook al is het Pasen. Ook al zijn er voor het eerst sinds bijna twintig jaar geen paaseitjes te verstoppen, geen stressvolle paasbrunches te verzorgen. Lekker rustig. Toch?
Ik fietste vorige week over de Herengracht en op de hoek met de Spiegelstraat, dacht ik: regent het ineens zo hard? Ik greep naar mijn hoofd maar het was dus een goed gemikte enorme klodder duivenpoep. De spetters zaten zelfs op mijn wangen. Ik veegde het af met belastingaangiften die ik toevallig in mijn tas had zitten. Ik was namelijk op weg naar de Johannes Passion, zo kon ik niet verschijnen.
Mijn lieve duiven van Amsterdam. ‘Het is een teken,’ zei ik tegen de dochter die bij het Concertgebouw stond te wachten. ‘Zal ik nou heel veel geluk krijgen, denk je?’
Voor de zekerheid deed mijn dochter een stap naar achteren, terwijl ze walgend mijn haar inspecteerde (ik vond zelfs een dag later na het wassen nog stukjes grijze poep). Ze haalde haar schouders op. ‘Pas maar op,’  zei zij, de biologiefan die alles weet van dieren. ‘Duiven zijn heel smerig, ze zijn de ratten van de lucht.’

Ik wilde dat er niet overal twee kanten aan zaten!

Één reactie op “De ratten van de lucht”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *