Schrijvers zijn meestal saaie mensen.
Ze verzinnen avonturen in verre landen, onvoorstelbare ondernemingen en queestes van brutale, originele helden met een hart van goud.
Maar ondertussen zitten die schrijvers zelf licht mensenschuw te zijn achter hun computer.
De koperen scheepsbel
Ik ben precies zo, laat je niet misleiden door mijn stoere verhalen. Alleen heel soms, dan val ik ermee samen, met de avonturen. En dan ontspoor ik op een voor mijn doen best wel griezelige manier. Want ja, ik ben een schrijver, ik ben vooral goed in het verzinnen van dingen, niet in het doen ervan.
Dus kan ik prima een verhaal maken over hoe leuk het is om met je hele familie een herberg te gaan runnen, een beetje Hotel de grote L van Sjoerd Kuijper, met chaos en gedoe en intriges. Hoe cool als je ouders een soort strandbar in de tuin bouwen met schommels in plaats van barkrukken. Je mag zelf tot diep in de nacht achter die bar, terwijl de grote mensen steeds vrolijker worden. Dan komt er een cruiseschip voorbij, hoog als een flatgebouw, en iedereen zwaait, zij naar jou en jij naar hen, iemand luidt de koperen scheepsbel.
Dat is een mooi verhaal.
Eerste gasten
Ik schrijf al maanden niet meer. In plaats daarvan heb ik het nu zo druk dat ik niet meer kan ophouden met (een beetje) trillen. Ik bestel per ongeluk via internet een hele zwik piepkleine poppendienblaadjes voor de bar (ik vond ze al zo fijn goedkoop), laat twee vriezers bezorgen in plaats van één, en gooi per ongeluk een belangrijke vergunningsbrief weg (en wat er dan gebeurt). Middenin de groothandel word ik ineens zo moedeloos dat ik alle contacten, klantnummer, bestellijsten, vertegenwoordigers-met-stropdas ter plekke in de ban doe en naar de gewone supermarkt vlucht.
Je zou bijna vergeten dat het leuk is hier aan het IJ, heel leuk zelfs. Waar iedereen die iets voor ons komt doen, steeds terug blijft komen, vaak met vrienden en geliefden. Deze plek is besmettelijk, je komt er niet weg, nooit helemaal.
En zo beland ik ’s avonds zelf aan mijn eigen bar en laat mij op drankjes trakteren door de eerste stiekeme gasten. Ik kijk om me heen, zie mijn dochters schommelen en latte art maken. Echte klanten zitten op terrasstoeltjes mijn borrelhapjes te eten. Om ons heen is er er aan alle kanten dat water waarin de lichtjes van de stad terug stuiteren. En dan komt er ook nog een reusachtig cruiseschip voorbij, iedereen zwaait, iemand luidt de koperen scheepsbel…