Categorieën
Verhalen van de berg

Altijd pinksteren

Het moet het Oosterpark zijn geweest. Ik lag op mijn rug en zag hoe spikkeltjes zonlicht door het lentegroen van de bomen vonkten. De wereld was zacht en schommelend en -geen idee waarom – maar in mijn beleving was het pinksteren.
Het is mijn eerste herinnering en op een bepaalde manier is het altijd pinksteren gebleven.

Kuieren

Het is er elke keer als iemand het woord pinksteren zegt (alleen niet bij ‘pinkstergemeente’). Als het ruikt naar lente. En vertienvoudigd als mijn man door een bos, park of langs een strand hand in hand met een dochtertje liep. Te kuieren in de zon. Een oerbeeld, in serie met die veilige wereld van mijn eigen allereerste pinksterdag.
Ik dacht eraan nu mijn vriendin Jowi hier is met haar kleine zoontjes en ik vanmorgen  ineens weer zo’n klein handje in de mijne kreeg, zo vol vertrouwen.
Dat hand in hand lopen met je kind gaat over (wanneer eigenlijk? en vooral: waarom?)
En sinds ik de prachtige maar ook gruwelijke voorstelling van mijn andere vriendin Esther heb gezien, die Op een mooie pinksterdag heet en die gaat over het verlies van een kind, is de nostalgie ook melancholie geworden.
Maar toch. Het is pinksteren. Het wordt altijd weer pinksteren.

4 reacties op “Altijd pinksteren”

Gister kaapte David, mijn oudste, voor hem en zijn vriendin de fiets van Gideon, mijn jongste. Die eindigde dus bij mij op de bagagedrager. ‘Veilig achterop, bij vader op de fiets’. Ahh… wat een cadeautje.

Ik was domweg gelukkig. Gideon wil ik geloven ook. En anders toch, want zo moet het verhaal zijn. Behalve bij die ene hobbel. Maar daarvoor is het een man in wording.

Laat een antwoord achter aan Ada Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *