Categorieën
Verhalen van de berg

Wu wei

Ach, kan iemand me even dat Volkskrant-katern over melancholie opsturen? Want dat beschrijft precies hoe ik me nu voel, al is saudade het woord dat ik zelf zou kiezen.

Saudade: a “vague and constant desire for something that does not and probably cannot exist … a turning towards the past or towards the future”. Of, nog mooier en simpeler ook: ‘the love that remains’.  Een woord om een hele taal om te willen leren.
Want daar zit ik dus weer in mijn eentje op de berg. Man op reis, kinderen naar school, en de hele berg gehuld in wolken. Dus de zomer is over. Dat was bij jullie al eeuwen zo, maar hier niet. Voor het eerst sinds tijden geen gasten, geen beddengoed aan de waslijn, geen uitpuilende koelkast. Rwanda lijkt nu alweer (te snel) lichtjaren verwijderd en, voor de verandering heb ik ook maanden geen scholen in Nederland die me hebben geboekt. Dit is het moment waar ik al heel lang naar heb uitgekeken: tijd om te schrijven! Maar ja, zo makkelijk gaat dat natuurlijk niet. Om te beginnen moeten de stilte en ik weer aan elkaar wennen. En dat de kat accute reuma heeft (de lievelingskat, heel erg), of dat het lekt als een douche bij de wasmachine omdat de regentijd is losgebarsten, of dat het ene kind naar sport en de volgende naar dansen en dan ook nog een of andere bonfire night in de campo…. Of dat mijn vriendinnen die mijn lifeline met de wereld zijn bijna allemaal ineens ernstige liefdesproblemen hebben… Daarvan moet ik allemaal ‘wu wei‘  denken van mijn man.

Dian Fossey

Wu wei. Ik wist het ook niet maar het is iets als meegaan met de stroom. Laten gaan, meebewegen, maar niet erin verstrikt raken. In dat soort dingen is mijn Ilco erg goed – en ik helemaal niet. Want nu wordt het ineens pikdonker en koud ook nog want de pittenman moet nog komen om de grote olijfoven aan te steken en ik mis Rwanda waar het eeuwig zomer is en waar ik even de illusie had de Dian Fossey van de Rwandese kinderboeken te zijn en ik durf nog niet mijn eigen Grote en Belangrijke verhaal te openen omdat ik bang ben dat het helemaal niet zo groot en belangrijk is als ik dacht en ik moet sowieso zwaar zoeken waar het ook alweer zat en ja hoor daar begint het weer te regenen en belt mijn moeder dat haar portemonnee is gerold en dat ze ‘medeleven van een kind’ nodig heeft en dan zijn er ook nog schrijfperikelen die ik helaas niet in dit weblog kan opschrijven en heb ik nog niet eens lippenstift op maar voor wie dan of toch gewoon voor mezelf en heb ik zeker meer koffie nodig en hele mooie saudade-muziek om die stomme stilte te breken en…
Wu wei. Wu wei. Wu wei.

6 reacties op “Wu wei”

Dit lijkt me weer een typisch geval van je ziel die nog ergens in Rwanda doolt. Bak een lekkere taart, pak een goed boek en geniet even een paar dagen van wat (wel) goed is. En dan schrijven!

Mmm, je beschrijft precies hoe ik me nu voel, een week voor ons vertrek naar Birma. Ik wil graag weg, reizen en schrijven,maar ook spannend ondat ik nu al weet dat veel dingen anders zullen gaan dan ik nu denk. Maar dat maakt het ook weer zo leuk… en ongrijpbaar, die gevoelsn die opborrelen vlak voor een grote reis.

Ada

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *