Categorieën
Verhalen van de berg

Een arena van zand en zout

De drie blonde meisjes, bijna net zo groot als de schildpadden zelf, schenen met hun rode lichtje in de kuil en zagen het gat van de vinnen steeds dieper worden. Toen kwamen de eieren, klein en wit als pingpongballen die door de moeders met venijnige bewegingen werden bedekt met zand; zo werden er die nacht duizenden begraven…
Dit schreef ik op mijn Afrikablog, in Guiné Bissau, precies vier jaar geleden. En nu ben ik er weer!


Verleiding

Mijn eigen Neverland ligt dus even in Guiné Bissau.
Het nieuwste boek (verschijnt november) gaat over de grote schildpadden die we daar zagen.
Ik was het niet van plan. Maar toen kreeg ik de vraag om een verhaal te schrijven in de serie ‘dierenredders’. Alleen de tijger mocht niet – die had een andere schrijver al gekozen. En ook niet de grote apen.
Het maakte me niet uit, ik hou toch niet van dieren (ha, ontboezeming!) en laat het redden meestal aan mijn dochters over.
Maar waarom ik toch zwichtte, was de verleiding om nog één keertje zo’n tropische arena van zand, zout en oerwoud te beschrijven. Zo’n fijne Bounty-omgeving zonder afleidende zaken als (ik noem maar wat) auto’s, tv, andere kinderen.

Drie kwetsbare kinderen

Op zo’n eiland, heb ik een broertje en een zusje neergezet. En een raadselachtige vissersjongen. Drie kwetsbare kinderen, alle drie eigenlijk een beetje eenzaam. ‘Ach, al die gelukkige kinderen in boeken, dat gaat ook maar vervelen,’  mailt mijn redacteur bemoedigend. Gelukkig, want ik krijg ze niet blijer. Wel een beetje weerbaarder op het eind van het verhaal – en dat is al heel wat.
Want dat is wat leven in het paradijs met je doet, denk ik. Op reis heb ik ze wel gezien: bijvoorbeeld die kattige Engelse meid met haar ouders op het ene en die mooie Franse jongen op het andere onbewoonde eiland. Allebei bruin van top tot teen met lang touwhaar. Ze vingen hun eigen kreeften en kraakten hun eigen kokosnoten. Ze hoefden niet naar school en hadden in plaats daarvan hun eigen boot en overal boomhutten met touwladders eraan. Het waren klinderen die een wonderbaarlijke uitstraling hadden van grenzeloze zelfredzaamheid – en grenzeloze eenzaamheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *