Het Kinderboekenbal is een van mijn lievelingsfeesten van het jaar.
Als je schrijft heb je geen kantoor waar je heen gaat, het is over het algemeen vrij allenig. Maar niet op het Bal. Ineens is mijn wereld dan heel groot. Het is dan ook een goed feest, met vette muziek, cocktails en rare acts (deze keer liep er de hele tijd een astronaut rond).
Botsende algoritmes
Het was leuk dat de Gouden Griffel en de Gouden Penseel werden gewonnen door twee makers die al heel lang bezig zijn en nog nooit een grote prijs hebben gewonnen. Ik moest denken aan wat schrijfster Lot Vekemans laatst zei in haar masterclass: dat iets wat je maakt altijd ineens kan gaan vliegen, zelfs als het eerst neerstort. Niet dat dat laatste gold voor de winnaars, gelukkig. Maar ik dacht onwillekeurig toch aan hoe ik zelf zou shinen als ik ooit eens een keer op zo’n podium… de gouden jurk die ik aan zou trekken… de fraaie dankwoorden die ik zou spreken…
Voorlopig ben ik vooral bekend door mijn blogs, ook niet niks. Ik werd gisteravond zo’n vijftig keer gefeliciteerd met mijn huwelijk, ook door mensen die ik niet kende. Anderen zeiden: ‘Je hoeft niks te zeggen, ik weet al hoe het met je gaat.’ Alleen schrijver Jan Paul Schutten zei: ‘Mijn algoritme haat het jouwe’ (of zoiets, dat was op het laatst, ik was toen zelf ook niet meer zo helder). Ook rende er een recensent weg van de dansvloer met de woorden: ‘O nee, daar is Anna, die schrijft over dansende recensenten op het Bal.’
Ondertussen is het Bal voor ons allemaal de beste plek om eindeloos te dansen. Te vieren dat we met de jeugdliteratuur allemaal goud in handen hebben: zij die schrijven, illustreren, zij die erover schrijven, en zij het naar de lezers toe brengen.
Balselfie met de leuke Hindele van de uitgeverij


