Je weet dat het gaat komen. Je weet alleen niet hoe en wanneer.
Nee, ik moest niet in een tutu aan vreemde mannen vragen om met me op de foto te gaan op het Leidseplein. Natuurlijk niet.
Bootje
Ik fietste met J naar Lab111 om een film te gaan kijken. Maar toen ik daar afremde, fietste hij door. Om pas weer te stoppen bij een steiger aan de Jacob van Lennepkade. ‘Zet je fiets maar even neer.’
In de verte was een straatmuzikant, maar toen hoorde ik ineens nog meer muziek. Er kwam een bootje aan varen, een prachtig ruim bootje was het, met slingers en kussentjes en vol met leuke vrouwen in mooie jurken.
Het waren mijn vriendinnen!
Ze zongen ‘mijn’ liedje, dat vroeger altijd mijn moeder voor me zong. ‘Doebedoebedoe, Anna Susanna.’ Alleen zongen ze nu ‘Doebedoebedoe Anna gaat varen, doebedoebedoe Jan is de ware. Ga je met ons mee?’
Ik stapte aan boord en er was heerlijk eten, cadeautjes, lieve teksten en heel veel flessen echte champagne. We voeren langs al mijn lievelingsplekjes, van Artis tot de gracht waaraan twee dochters zijn geboren en mijn moeders huis aan de Amstel. Het duurde uren en er was zon en wind en nog meer zon en Amsterdam vanaf het water is toch al betoverend.
Later moest ik aan de wal nog een beetje huilen om alles en ik voelde meteen hoe het web zich om mij sloot, al die draadjes van liefde, ragfijn en ijzersterk.