Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Wandelen in mijn brein

‘Maar pap, hoe wil jij doodgaan?’ vraag ik. Je kunt je er maar beter op voorbereiden.

Mijn moeder heeft het per slot ook altijd aangekondigd: omringd door dierbaren met aan weerszijden van het bed haar dochters. Dat zorgde nog voor best wat stress bij mij en mijn zus als we weer eens op vakantie waren: als ze maar niet precies nu… Uiteindelijk heeft ze het precies zo gekregen als ze wilde.

Thermoskan

Mijn vader is er wat nuchterder over, zoals hij nu eenmaal alles vanuit de ratio bekijkt. Het is een kans van 1 op 3 dat het een infarct is dat leidt tot directe dood en in dat geval mag hij best hier ter plekke neervallen (we lopen onze jaarlijkse herfstwandeling, deze keer ook nog eens door de bossen van grootje), dan is het mooi geweest. We visualiseren ons even de situatie: heideveld, ambulance, en dat ik dan tegen zijn vrouw zou zeggen: ‘Het was goed, ik was bij hem.’ Hoe hij terugkijkt op zijn leven, dat wil ik ook weten. Van die dingen die je later had willen vragen als het te laat is. Maar het ding is: mijn vader is niet zo van het terugkijken, hij is vooral van het nu. Zodat we ook een lang gesprek krijgen over Krishnamurti en de kunst van onthechting. ‘Maar de liefde dan,’ zeg ik, ‘als ik ergens in geloof dan daarin.’ Er is wel liefde, zegt mijn vader, maar ontdaan van gedachte en constructie. Ik snap het – en ik snap het niet. Wandelen met mijn vader is wandelen in mijn brein.
Meestal gaan we dan ook ergens lunchen, vaak met wild. Dit keer heeft mijn vader speciaal een thermoskan aangeschaft en lunchen we gewoon in het bos, zijn vrouw heeft cake gebakken.

‘Ik weet dat ik met jou op een bankje zit als ik wild heen en weer schud,’ zegt mijn vader, verwijzend naar mijn wiebelbenen. Hij bridget nog twee keer per week en is de hele (!) Lou de Jong aan het herlezen, hij is nu in deel 8. Maar ook: een dag in de week helpt hij vluchtelingen die net in Nederland zijn aangekomen, hij steunt een vredesschool in Israel en een Masai leider in Kenia. Ik wil nog niet dat hij dood gaat, nog heel lang niet.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *