Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Bij de soldaten

Ja ik weet heus wel dat je beter militairen kunt zeggen. Maar toch: ik was in een soort sprookje met soldaten beland. 

De broer van J doet iets hoogs in het leger. En dat gaat hij nu verder doen in oorlogsgebied, dus er was een afscheidsceremonie. 

Kasteel

Zoals hoort bij een sprookje was het in een kasteel. Met soldaten in vol ornaat en gewone mensen in tenue de ville (even opgezocht: clutch en pumps weer uit de kast en ‘geen opvallende sieraden’ – dat nog het moeilijkst). We gingen naar de binnenplaats, daar stonden tribunes opgesteld. ‘Ik wens u allen een mooie parade,’ zei de speekstalmeester van dienst. En daar kwamen ze, de soldaten. Jongens en meisjes, nog heel jong vaak, die ter land, ter zee of in de lucht de wereldvrede wilden dienen. Ze marcheerden mooi synchroon, in verschillende clusters, er was ook live marsmuziek bij. En iets met een vaandel. Ze moesten vooral heel lang doodstil staan bij ‘op de plaats rust’. Dat ging ook mis: twee meisjes moesten ‘uitstappen’ – maar gelukkig waren er diverse leger-hulptroepen. Net als leger-fotografen en dus leger-muzikanten. Ik heb een dochter die misschien straaljagerpiloot wil worden, dus ik weet al dat het leger een wereld op zich is.
Later praatte ik met een lieve vrouw die ook al soldaat was maar dan ‘aalmoezenier’ – ook al zo’n sprookjeswoord. Dat is, weet ik nu, een geestelijke die in tijden van nood het slagveld betreedt. Ik keek in de wijze ogen van die vrouw en dacht: ja, jou wil ik wel aan mijn zijde hebben als ik dood lig te bloeden. 

En toen dacht ik dus aan een slagveld en aan al die jonge kinderen in de parade die zo ontroerend serieus liepen te marcheren en ik dacht ook aan mijn eigen dochter, nog maar zestien – en toen hield ik snel op met denken. 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *