Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 89, aan het mooiste boek

Ik heb nogal iets aangericht in een jong gezin.

En ik ben er trots op.

Oerverhaal

Een collega was naar me toe gekomen. Haar twee kinderen lazen niet zoveel en ze had nou juist een vakantie gepland in een huisje in the middle of nowhere. Ideaal om te lezen. Ik had haar tips gegeven voor boeken voor de kinderen en ook had ik gezegd: ‘Waarom ga je niet elke avond voorlezen? Leuk in het bos of in de tent?’ En ik had De gebroeders Leeuwenhart aangeraden, toch wel het mooiste boek ooit geschreven. Altijd weer even een schok als iemand het niet kent, ik denk dat ik het zelf inmiddels wel zo’n keer of dertig heb (voor)gelezen.
‘Het begint wel heel verdrietig,’ had ik gewaarschuwd. Ik ken wel leraren die door dat begin het hele boek niet willen voorlezen in de klas. Maar na de eerste drie hoofdstukken duik je het sprookje in en wordt het een heerlijk oerverhaal over vriendschap, dapper zijn, verraad, draken, duiven en kersenbloesem. 

Tranen

Vandaag was de collega terug. Ze giechelde me al vanuit de verte toe. En toen vertelde ze. Hoe ze inderdaad alle boeken had aangeschaft die ik had geadviseerd. Hoe ze begonnen was met voorlezen die eerste avond. En dat ze toen gaandeweg zo moest huilen, dat ze niet meer door kon. ‘Lees jij maar even verder,’ zei ze en gaf het boek aan haar man, die mee zat te luisteren. Haar man is een stuk nuchterder. Maar toch, na een paar bladzijden liepen bij hem ook de tranen over de wangen. En de kinderen zaten daar verbijsterd, met grote ogen van de ene naar de andere ouder te kijken.
Ze waren toch doorgegaan.
En ik was zo blij. Die kinderen zullen nooit van hun leven vergeten hoe hun ouders… dat boek… op die vakantie met zijn viertjes… dat kleine jongetje Kruimel en zijn grote broer… en de draken, de duiven en de kersenbloesem. 

 

Één reactie op “Ode 89, aan het mooiste boek”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *