Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Karma

Heus niet mijn lievelingsbeer.

Wel een van de weinige dingen van Anna het kleine meisje.

Brand

Ik ben een makkelijke weggooier, te vaak verhuisd, te intensief gereisd. Dus ik heb eigenlijk niks meer van de vorige eeuw, nog geen zwemdiploma, geen dierbaar ontbijtbordje. Deze beer heeft niet eens een naam. Ik vond hem vroeger een beetje eng, hij had iets strams, als was hij de opa onder mijn beren (ik speelde niet met poppen, maar met mijn ‘berenjongens’). Ook is hij een keer verbrand door de kaarsjes van de kerstboom, ik weet nog hoe mijn broertje, zusje en ik heel hard ‘brand’ riepen en dat mijn ouders met emmers water uit de keuken kwamen rennen. Toen stonk hij nog heel lang en was niet meer zacht.
Maar hij is mooi wel bij me gebleven, deze stramme jongen. En weggooien kon ik niet, niet meer. Niet zo lang geleden is zijn hoofd eraf gevallen, de poezen speelden er de hele tijd mee. Dat vond ik eng, dus ik verstopte beer in mijn bed. Waar zijn verwijtende onthoofde ogen mij vaak aanstaarden in de nacht. Slecht voor mijn karma en dat van hem.

Poppendokter

Maar sinds vandaag is alles anders. Beer is bij de poppendokter, een schattig winkeltje hier vlakbij, waar twee lieve oude mensjes hem gaan repareren. Nieuwe houten schijven in zijn nekje, zodat hij straks zijn hoofd ook nog kan draaien. En alle stro dichtgenaaid. Reteduur, maar dat is het offer dat ik voor hem breng. Levensles: dat waar je niet vanaf komt, moet je liefdevol omarmen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *