Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De wilde frisheid

Het stormt nogal in mijn hoofd, ik kan alleen maar flarden schrijven.

Dat het ook echt stormt, maar kennelijk alleen bij ons op het schiereiland. Nog nooit zo’n harde wind om het huisje voelen razen, schuimkoppen op de golven. De banieren scheuren, de stormvaste parasols dansen over het gras als  ballonnen. Waar blijft het weeralarm, waar komt die ongelooflijke wind ineens vandaan, zuidenwind, westenwind, ik ga erin staan en voel, als een visser op zee.

Fa-meisje

En binnen zit de wereldreisdochter, bruin en glanzend, ingestraald vanaf een andere planeet en ze is de meest heerlijke foto’s aan het downloaden, nu al dagenlang. ‘Ik vind je steeds zo’n Fa-meisje, dat uit de golven omhoog komt,’  zeg ik. Ze kijkt me verward aan. ‘Dat is toch een deo?’ ‘Nee,’ zeg ik, dat is de wilde frisheid van limoenen.’ Gelukkig zijn er mannen van mijn leeftijd in huis, die onmiddellijk beginnen te glimmen. ‘Ja, de wilde frisheid van limoenen, dat was me wat, dat vergeet je nooit.’
En ik bak limoenroomtaart, twee stuks, en dan is het ook bij mij, die geur, die wilde frisheid.
De storm buiten gaat liggen, zoals altijd, en ik denk dat we het misschien wel hebben gedroomd. Maar dan komt barmeisje Esther aan en die zegt: ‘Wat een ravage hier’ en ze slaat aan het opruimen. En passant neemt ze ook even mijn keukenkasten mee, wat heerlijk is want er vielen steeds pannen op mijn hoofd en schalen eten op de grond. Om die reden had andere dochter Chaia ook al mijn aanrecht voor me opgeruimd. ‘Mam, er past niks meer bij, hoe kan je hier werken?’

‘Kan ik wat voor je doen?’ vraagt iemand wel eens. Dat dus. Een beetje opruimen zodat er geen pannen op mijn hoofd vallen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *