Categorieën
Afrikareis

Schitterende stad van God

(Isfahan, km 55547 )
Het begint al bij de grens. ‘Wat is het hier stil,’ fluisteren we, als onze paspoorten grondig maar uiterst correct worden gecheckt. ‘Je kunt op onze snelwegen een kopje thee drinken, zo goed zijn ze,’ zegt de eerste Iranier die we ontmoeten. En inderdaad, nog nooit deze reis zulke keurige driebaanswegen gezien met middenbermen en borden over autogordels (de meeste auto’s die we het laatste jaar zagen hadden of geen autogordel of veel meer mensen erin dan gordels). Isfahan zelf, ‘the beautiful city of God’ zoals op de bussen staat, heeft een metro, strak geplaveide straten, uitgelichte monumenten en betaald parkeren op de daarvoor bestemde terreinen. Er slingert nog geen propje papier, geen hondedrol in de plantsoenen. Op het grote plein (het op een na grootste ter wereld) wordt het water in de fontein elke dag ververst. Niemand berekent ons ‘per ongeluk’ teveel geld, iedereen spreekt Engels, niemand schreeuwt. Onder de prachtig uitgelichte bruggen slaapt geen enkele zwerver, er is hier sowieso geen bedelaar te zien.

De perfecte wereld

We eten saffraanijs en geparfumeerde kip en drinken ijskoud rozenwater. Alles is glitter en mozaiek, alles is turqooise. Je loopt van moskee naar paleis. Tussen al deze pacht en praal flaneren de Iraniers zelf.
Ik voel me onmiddellijk een ingepakte boerentrien. De Perzische vrouwen zijn zo elegant! Achter hun zwarte sluiers zijn ze ultramodern. Het is onvoorstelbaar hoeveel je kunt doen met een zwarte lap. En zonnebril, tas, schoenen. Alle vrouwen hebben hun wenkbrauwen keurig geepileerd en ik ga haastig op zoek naar een pincet. Want eigenlijk zijn we, na ruim een jaar Afrika, behoorlijk verwilderd. Er zitten gaten in onze kleren, vlekken die er nooit meer uitgaan en onze haren zijn lange slierten. Als we ergens op een trapje een ijsje zitten te eten, worden we zelfs weggestuurd door een politieman: ‘Gaan jullie eens naar je hotel.’
Maar de meeste mensen zijn heel vriendelijk en willen alles van ons weten en foto’s van ons maken. We zijn anders, dat valt hier vreselijk op. ‘How do you like Iran? We don’t have any problems here.’ En die moslima daar op de grond dan, flauwgevallen omdat ze zich bij veertig graden in een zwarte chador moet hullen? Of die studenten gisteren die klaagden over de vreselijke werkloosheid? ‘We don’t have any problems.’ Isfahan: eternal sunshine of the spotless mind.

Verre Oosten

De weinige toeristen zijn voornamelijk overlanders. We ontmoeten een Spaanse fietser die al meer dan tweeenhalf jaar reist en nu richting Turkmenistan gaat (schijnt geweldig te zijn). En een Sloveense fotograaf op weg naar Nepal en Tibet.
Oman, het Verre Oosten….
Als Isfahan – waar we naar toe zijn gevlucht om nog even niet Europa in te gaan- ons met iets confronteert, dan met de eindigheid van onze reis.
En dus ook – en dat is de grootste schok van deze week- met de terugkeer in de ontwikkelde wereld. In dat licht ben ik zelfs blij dat de rivier onder de bruggen bijna droogstaat, ondanks dat ze er druk water in pompen. Naast de families die picknicken op Perzische tapijten liggen de zwaanvormige waterfietsen op de ranzige modder te zieltogen. Helemaal niet keurig! ‘Het stinkt hier,’ snuift Chaia. En kijk, daar gaat een rat!

De tuinman en de Dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!” –
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.
“Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
“Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?”
Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was ’t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.”

P.N. van Eyck

Één reactie op “Schitterende stad van God”

anna,ik zocht en ja!je was in iran!mijn exman is iraans en dochter dus half iraans.ik ga zo lezen!hoe was t !liefs,isabel tap

Laat een antwoord achter aan Isabel tap Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *